1. Start op zonder enige reflectie
Of de stroomzekering is doorgebrand: vervang de zekering.
Is het opgenomen vermogen normaal: Controleer het opgenomen vermogen en maak het normaal.
Is de hoofdschakelaar beschadigd: Vervang de hoofdschakelaar.
2. Geen laseruitvoer of laser is zwak
Of het optische pad verschoven is: pas het optische pad zorgvuldig aan.
Of de brandpuntsafstand van het toestel verandert: focus opnieuw.
Of de laserbuis beschadigd of verouderd is: Vervang de laserbuis.
Of de laserstroom is ingeschakeld: Controleer het laservoedingscircuit om te zorgen dat dit normaal is.
Is de laservoeding beschadigd: Vervang de laservoeding.
3. De verwerkingsgrootte bevat fouten of storingen
Is de signaalleiding normaal: Vervang de signaalleiding.
De voeding is instabiel of geeft een stoorsignaal: installeer een spanningsregelaar of elimineer stoorsignalen.
Of de verwerkingsparameters correct zijn ingesteld (zoals lay-out, enz.): Reset de bijbehorende parameters.
Of het bewerkingsprogramma normaal is geschreven: Controleer het geprogrammeerde bewerkingsprogramma en wijzig het totdat het normaal is.
Posttijd: 30 augustus 2019